scanner icon
custom icon
Professionele kwaliteit
custom icon
800 bevestigingsmaterialen
custom icon
Kleursegmentatie per soort

Proftec spaanplaatschroef verzinkt platkop pozi

Spaanplaatschroeven | Merk: Proftec
Art. nr: 5203.01.25201
Variant
info icon Waarom kan ik geen prijzen zien?

Omschrijving

De PROFTEC spaanplaatschroef staal verzinkt met platverzonkenkop en Pozidrive is een schroef met een scherpe, diepe draad en dunne schacht, en is gemaakt van gehard staal. De spaanplaatschroef is de meest gebruikte schroef voor alle houtsoorten en plaatmateriaal. De PROFTEC spaanplaatschroeven zijn van professionele kwaliteit, een speciale wax-laag zorgt ervoor dat ze gemakkelijk te verwerken zijn in verschillende bouwstoffen. De schroeven zijn sterk maar ze blijven tevens buigzaam waardoor de kans op afbreken minimaal is. De extra scherpe punt zorgt er tevens voor dat de schroef snel start. PROFTEC spaanplaatschroeven zijn verpakt in een bedrukte kartonverpakking met zichtvenster en zijn verkrijgbaar in verschillende varianten: platverzonkenkop, cilinderkop en verkrijgbaar met Pozi- of TX-aandrijving.

Specificaties

Artikelinformatie

Diameter:4 mm
Lengte:30 mm
Draaduitvoering:Voldraad
Model kop:Platkop
Aandrijvingstype:Pozi
Aandrijvingsmaat:2
Kopdiameter:7,5 mm
Wokkel:Nee
Materiaal:Staal
Oppervlaktebehandeling:Elektrolytisch verzinkt
Kleur oppervlaktebehandeling:Blauw
PLU-nummer:8317
EAN/GTIN:8712811770295

Technische informatie

CE Norm:14592
Intrastat:73181499
DoP nummer:HF0203.01

Toepassingskenmerken

Diameter plug:5, 6 mm

Logistieke informatie

Inhoud verpakking aantal:200 stuks
Soort verpakking:Doos
Verpakking materiaal:Karton / Kunststof
Verpakking breedte:9 cm
Verpakking diepte:9 cm
Verpakking hoogte:4 cm
Verpakking volume:377 cc
Verpakking bruto gewicht:344 g

Keurmerken en toepassingen

quality mark icon

Technische informatie

Algemeen
Elektrolytisch verzinken is een elektrochemisch proces waarbij een zinklaag neergeslagen wordt op het productoppervlak. Binnen electrolytisch verzinken is een breed scala aan alternatieven voorhanden in laagdiktes, basismaterialen (zink / zink-ijzer / zink-nikkel), passiveringen. De minimale laagdikte is ca 3 μm en kan oplopen tot ca 30 μm (gecombineerde laag). Wij hanteren op onze bevestigingsartikelen meestal een minimale laagdikte van 5 μm.   

Een elektrolytisch zinkproces heeft altijd een nabehandeling om aantasting van de zinklaag te voorkomen. Dit heet het passiveren (of ook wel chromateren of bichromatiseren) en vertoond, afhankelijk van de behandeling (passiveren), een transparante groengele (geelverzinkt) of metallic-lichtblauwe tint (blauwverzinkt). Door het passiveren neemt de corrosiebestendigheid sterk toe en wordt het uiterlijk verfraaid. De passiveerlaag is een dun zinkchromaat/zinkoxidelaagje bovenop de zinklaag. Bij standaard verzinken geeft dit een metallic-lichtblauwe tint en bij geel verzinken vertoont de zinklaag een transparante goudkleurige tint. De corrosiebestendigheid van deze twee verschillende passiveringen is vrijwel gelijk, maar de geelverzinkte variant is sinds de nieuwe ROHS-richtlijn uit 2011 in opspraak geraakt vanwege het schadelijke zeswaardige chroom, wat voorheen gebruikt werd bij deze passivering. 

Bij het elektrolytische verzinkproces wordt er waterstof op het productoppervlak ontwikkeld. Zeker bij geharde staalkwaliteiten met een hoge sterkte, met name vanaf 8.8 en hoger, kan de in het staal opgenomen waterstof een aanzienlijk verlies aan ductiliteit veroorzaken (de zogenaamde waterstofbrosheid). 


Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied van elektrolytisch verzinkte bevestigingsmaterialen is divers vanwege de diverse corrosiewerende eigenschappen door de laagdikte. 

Verzinkte bevestigingsmaterialen worden doorgaans voorzien van een beschermende zinklaag volgens ISO A2A met een minimale laagdikte van 5 Mu. In principe geldt: hoe dikker de zinklaag op stalen bevestigingsmateriaal, hoe langer het duurt voordat hij weg gecorrodeerd is. De gemiddelde atmosferische corrosie voor alle zinktypes in Nederland in de buitenatmosfeer bedraagt momenteel 0,42 μm/jaar (gegevens TNO, Rijkswaterstaat en TU Delft). Dat komt gemiddeld overeen met een corrosieklasse C2 in Nederland. 

De zinklaag wordt aangetast door de hoeveelheid chloride en SO2 (zwavel) in de omgeving. Het water maakt deze aantasting mogelijk. SO2 heeft een grote invloed op het corrosiegedrag en daardoor op de duurzaamheid van stalen-verzinkte producten.  Het corrosieklimaat in West-Europa wordt wel steeds minder agressief door de drastische afname van het SO2-gehalte in de lucht. Het SO2-gehalte in Nederland is door allerlei maatregelen en wetten in Europees verband, zoals eisen aan autobrandstoffen, uitstoot van energiecentrales etc., vanaf 1980 geleidelijk gaan dalen tot een verwaarloosbaar niveau. 
Naast SO2 speelt choride een belangrijke rol bij corrosievorming van zink. Chloride maakt de oxidelaag op het zink sneller oplosbaar in water, waardoor de zink-corrosiesnelheid toeneemt. Als het zink (plaatselijk) is verdwenen, neemt ook de ijzercorrosiesnelheid toe in aanwezigheid van chloriden. Nederland heeft voornamelijk in een smalle strook van ca. 750 meter langs de kust een hoog chloridegehalte; echter uit veiligheidsoverwegingen nemen we 10 km om ook de invloed van de zeewind mee te nemen. Onder normale condities wordt gebruik van verzinkte bevestigingsartikelen geadviseerd in beschermde condities (binnen gebruik). 


Corrosiewerendheid
Tot 24 uur in zoutsproeitest volgens ISO 9227 voor A2A tot circa 240 uur voor speciale zink- ijzer legeringen. 

Maximale toepassings temperatuur
80 graden Celcius 

Aanduiding elektrolytische zinklagen conform ISO 4042 

In ISO 4042 is de aanduiding van elektrolytische zinklagen vastgelegd. Aanduiding vindt plaats aan de hand van een code van twee letters en een cijfers (bijvoorbeeld: A2F). In dit voorbeeld staat de A voor zink (Zn), de 2 voor een laagdikte van 5 μm en de F voor een heldere passivering. De volgende tabellen geven de diverse onderdelen van de code weer: 

 

Basis materialen 

Laagdikte 

Passivering 

A 

Zink (Zn) 

1 

3 

A 

Kleurloos 

B 

Cadnium(Cd) 

2 

5 (2+3) 

B 

Blauw (mat) 

C 

Koper (Cu) 

3 

8 (3+5) 

C 

Geel (mat) 

D 

Messing(CuZn) 

9 

10 (4+6) 

D 

Olijfkleur (mat) 

E 

Nikkel (NI) 

4 

12 (4+8) 

E 

Kleurloos  

F 

Nikkel-Chroom (NiCr)

5 

15 (5+10) 

F 

Blauw 

G 

Koper-Nikkel
(
CuNi)

6 

20 (8+12) 

G 

Geel 

H 

Koper-Nikkel-Chroom (CuNiCr)

7 

25 (10+15) 

H 

Olijfkleur 

J 

Tin (Sn)

8 

30 (12+18) 

J 

Kleurloos (glans) 

 

 

 

 

K 

Blauw (glans) 

 

 

 

 

L 

Geel (glans) 

 

 

 

 

K 

Blauw (glans) 

 

 

 

 

R 

Zwart (mat) 

 

 

 

 

S 

Zwart (blank) 

 

 

 

 

T 

Zwart (glans) 

 

Normale leveringscondities in bevestigingsmaterialen: 

Electrolytisch verzinkt: ca. 5 μm A2A / A2B / A2E / A2F. Zonder specifieke overeenkomst tussen leverancier en afnemer kan een willekeurige variant geleverd worden.

Geel verzinkt: ca. 5 μm A2C / A2G / A2L. Zonder specifieke overeenkomst tussen leverancier en afnemer kan een willekeurige variant geleverd worden.


Alternatieve namen
Galvaniseren, electroplating, zinc plating

Systeem voor aanduiding van sterkteklassen
De aanduiding voor sterkteklassen van bouten, schroeven en tapeinden bestaat uit twee getallen gescheiden door een punt, zoals 8.8 of 10.9. Het getal links van de punt bestaat uit één of twee cijfers en geeft 1/100 van de nominale treksterkte in Newton/mm² (Megapascal) weer. Het getal rechts van de punt geeft 10 keer de verhouding tussen de minimale vloeigrens, 0,2% rekgrens of de proefspanning bij 0,0048d ongelijkmatige verlenging en de nominale treksterkte. Deze waardes zijn vindbaar in de onderstaande tabel. 

Voor producten met een beperkte belastbaarheid door de vorm van de kop en/of de steel dient voor de normale sterkteklasse aanduiding een 0 geplaatst te worden (voorbeeld: 08.8). Dit komt binnen ons leverprogramma van onze ‘standaard’ DIN genormeerde bevestigingsartikelen echter niet voor.  

De gegevens in onderstaande tabel geven de mechanische eigenschappen voor bouten, schroeven en tapeinden weer bij een beproeving in een omgevingstemperatuur van 10° C tot 35° C volgens NEN-ISO 898/1. Deze eigenschappen veranderen bij hogere- of lagere temperaturen. Deze gegevens gelden voor schroeven met een nominale d 39 mm, voorzien van metrische schroefdraad en bestaande uit gelegeerd- of niet gelegeerd staal. De minimale treksterkten gelden alleen voor schroeven met een nominale lengte 2,5 d. De minimale hardheden gelden voor schroeven met een nominale lengte l 2,5 d en voor producten die niet volgens een trekproef beproefd kunnen worden. 

   

  1. 1. Voor bouten en schroeven van de sterkteklasse 8.8 met een diameter kleiner dan 16 mm bestaat een verhoogd afschuifrisico van de moeren wanneer de schroefverbinding boven de proefspanning wordt aangedraaid. De norm DIN-ISO 898/2 dient hier als richtlijn.
    2. Voor staalconstructiebouten ligt de grens bij M12.
    3. De sterkteklasse 9.8 geldt alleen voor nominale diameter d kleiner dan 16 mm. 

Schroeven zijn er in heel veel verschillende soorten en dat maakt ze als bevestigingsartikelen anders dan bijvoorbeeld bouten, moeren en ringen, die vrijwel altijd gestandaardiseerd zijn door een geldende norm. Per land kunnen deze normen verschillen, maar in Nederland en België zijn we gewend om met ISO- en DIN-normen te werken in de bouw en industrie. Er zijn binnen schroeven ook wel een aantal soorten beschreven in normeringen waar nog steeds aan wordt voldaan, zoals bijvoorbeeld de plaat- of metaalschroeven.

Maar veruit de grootste schroevensoort wereldwijd is de voor ons bekende 'spaanplaatschroef', een moderne houtschroef. Deze spaanplaatschroef ziet er van ieder merk vaak anders uit en kan in functie of kwaliteit daardoor sterk verschillen. Er is geen norm die heeft bepaald hoe de schroef er exact uit moet zien of aan welke kwaliteit of waarden deze zou moeten voldoen. Terwijl er in het ontwerp van de schroef wel degelijk een groot onderscheid is te maken in het uiteindelijke gebruikersgemak of in de kwaliteit ervan. En dat maakt dat alle fabrikanten van schroeven hun eigen ontwerp hebben bedacht om zijn of haar schroef zo goed mogelijk te laten functioneren. Zo ook bij Hoenderdaal, waar we al sinds de oprichting van ons bedrijf gespecialiseerd zijn in schroeven en de meeste van onze schroeven zelf ontwikkelen. 

Tot ongeveer een jaar of 50 geleden werden er voornamelijk 'ouderwetse' houtschroeven gebruikt. Dit was een ongeharde schroef die om die reden een veel dikkere kern had dan de schroeven die we nu gebruiken. Door de dikkere kern was hij alsnog sterk genoeg gemaakt, maar had hij als nadeel dat er door het zware indraaiden een lage uittrekweerstand was. De houtdraadbout die we nu nog steeds kennen of gebruiken, is eigenlijk een grote variant van de houtschroef. Het verschil zit hem in de aandrijving. Een houtschroef heeft een inwendige aandrijving voor een schroevendraaier of bitje en de houtdraadbout heeft een uitwendige aandrijving met een zeskantkop. 

De definitie van een schroef is ''een stalen schroefdraadverbinding met een inwendige aandrijving''. Daarmee ontstaat er ook direct verwarring, want een inbusbout zou dan eigenlijk een schroef zijn met zijn inwendige zeskantaandrijving. In de markt specificeren wij schroeven als ''een schroefdraadverbinding die je voor de bevestiging in het materiaal kunt draaien en die je met een schroefmachine of schroevendraaier kunt verwerken''. Deze definitie is wat duidelijker en laat los dat de aandrijving per se inwendig moet zijn. De schroefdraad is niet altijd specifiek voor hout, maar in de meeste gevallen zijn ze daar wel voor bedoeld. Ze kunnen ook bedoeld of geschikt zijn in een kunststof plug, in gipsplaten of kunnen zelfs (na voorgeboord te hebben) direct in steen of beton geschroefd worden.
Bevestigingsmaterialen met metrische schroefdraad die bedoeld zijn voor een moer of een met schroefdraad voorgetapt schroefgat, vallen hierbij dus niet onder de categorie 'schroeven'. Daarmee zouden de houtdraadbouten dus eigenlijk schroeven zijn en metaalschroeven zijn dan eigenlijk bouten. Er is geen eenduidige regel of definitie, maar dit is de meest gebruikte verdeling tussen wat bouten en wat schroeven zijn in Nederland en België.

In de jaren '70 werd de spaanplaatschroef uitgevonden. Deze vernieuwde houtschroef was gemaakt van koolstofstaal en kreeg een oppervlakteharding, waardoor de kern veel dunner kon worden gemaakt en de draad daarmee veel 'hoger'. Een sterkere schroef die lichter indraaide en een betere uittrekwaarde had was het gevolg van dit ontwerp. In de jaren die volgde gebruikte we lange tijd de 'spaanplaatschroef' voor vrijwel alle toepassingen in hout of in een plug. Wel waren er verschillende kopvormen of aandrijvingen. Een platkop, cilinderkop en lenskop waren toen al gewoon. En naast de Philipsdrive kwam het ‘betere’ Pozidrive opzetten; beide kruiskopaandrijvingen. De zeskantvorige torx-aandrijving was ook allang uitgevonden, maar werd eigenlijk pas de afgelopen 10 jaar gewoongoed in het Europese schroevenschap. De naam spaanplaatschroef als verzamelnaam bleef wel bestaan, maar je hoorde ook steeds vaker over universeelschroeven of unischroeven om aan te duiden dat deze schroeven voor allround gebruik waren.

Met name de afgelopen 15 jaar zijn er heel wat soorten schroeven bijgekomen die voor specifieke toepassingen ontwikkeld zijn. Dit maakt het schroevenschap soms lastig vanwege het grote assortiment aan soorten en maten dat er ligt. Maar als je als vakman/vrouw of klusser eenmaal de juiste schroef voor de klus hebt gevonden, maakt dit het bouwwerk beter en de klus makkelijker.

Platverzonken kop
Dit is de meest voorkomende kopvorm in schroeven. De platkop heeft een taps toelopend gedeelte onder de kop die mooi vlak verzinkt in zacht materialen zoals hout. Een platkop schroef is ideaal voor gebruik in hout-op-hout toepassingen. De hoek van de schroefkop is uiteindelijk 90 graden, maar kan ook twee keer 45 graden zijn. De buitendiameter van de schroefkop is twee keer de diameter van de schroef. Een 4 mm schroef heeft dus een kopdiameter van 8 mm. 

Cilinderkop
De cilinderkop is helemaal recht onder de kop (90 graden). De kop verzinkt dus niet in het hout en is bij uitstek geschikt voor metaal-op-hout verbindingen. Bijvoorbeeld voor het bevestigen van metalen beugels, hoeken of balk-ankers etc. Ook hier geldt dat de kopdiameter twee maal de diameter van de schroef is.  

Lenskop
Een schroef met een lenskop is de ideale schroef wanneer afwerking een belangrijke rol speelt. Door de bolvormige kop krijgt het een sierlijke glans. Bijvoorbeeld voor plinten, beslag en afwerklatten. 

Tellerkop
Deze speciale kopvorm heeft door zijn extra brede ring onder de kop een extra groot klembereik. De houtbouwschroef met tellerkop is hierdoor uitermate geschikt om dragende houtconstructies mee te maken. Denk bijvoorbeeld aan grenen balken met elkaar verbinden of het houten framewerk van uw houten veranda. 

75º graden kop
Deze 75 graden kop is ideaal voor het verbinden van MDF plaatmateriaal, zonder het materiaal te splijten. Dankzij de kleine 75 graden kop met freesribben verzinkt de schroef mooi en eenvoudig in het materiaal. Tevens beschikken onze MDF-schroeven over een speciale boorpunt zodat deze schroeven zonder voorboren in de kopse kant van het MDF materiaal geschroefd kunnen worden.

Voor het bepalen van de juiste lengte van je schroef kunt u de volgende vuistregel gebruiken:

Neem voor de lengte van de schroef ongeveer 2,5x de dikte van het hetgeen dat je vast wilt schroeven. Bevestig dus bijvoorbeeld een houten regel van 18mm dik met een schroef van 40/50 mm lang. Hoe langer de schroef, hoe steviger de verbinding. De schroef zit immers dieper in het hout en heeft meer schroefdraad om zich in het hout mee vast te zetten. De uittrekwaarde is dus steeds hoger naar mate de schroef langer is. Let hierbij wel op bij deeldraadschroeven; daarvan is de schroefdraad niet over de gehele lengte van de schroef en wordt de uittrekwaarde bepaalde door de lengte van de schroefdraad.

Hoe dikker de schroef, hoe sterker. En die sterkte loopt behoorlijk op per diameter. Zo is een 6,0mm schroef 3x zo sterk dan een 4,0mm dikke schroef. Hieronder vind je een tabelletje van de breekwaardes (sterktes) van onze Dynaplus schroeven per diameter.

Diameter3,03,54,04,55,06,08,0
Breekwaarde2,13,24,25,57,312,521,0

Daarnaast betekent ook: hoe dikker de schroef, des te hoger de uittrekwaarde van de schroef. De uittrekwaarde is tevens bepaald door de lengt. Hoe meer omwentelingen/schroefdraad in het hout, hoe steviger hij vast zit en dus een hogere uittrekwaarde heeft. De juiste diameter te bepalen hangt dus af van verschillende factoren en er is niet echt een vuistregel voor. Hoe dikker de schroef is die je neemt, hoe groter de kans ook op splijten van het hout. Je brengt immers meer staal in het hout. Daarnaast kan prijs een onderdeel van de afweging zijn. Een dikkere schroef bevat meer staal en is duurder. De kopdiameter van een platkop spaanplaat- of unischroef is altijd 2x de diameter van de schroefdraad. Dit betekent dat een 4,0 mm dikke schroef een 8,0 mm kopdiameter heeft.

Voor het maken van een muurbevestiging met een schroef heb je een plug nodig. Bij elke maat plug hoort een andere maat schroef. Het is belangrijk om de juiste diameter van de schroef te gebruiken om de plug goed te laten spreiden. Hiermee maak je een stevige verbinding in de muur. Een schroef mag niet teveel voorborende werking hebben, want dan spreidt de plug niet goed meer. Onze Dynaplus universeelschroeven hebben een speciale boorpunt om voor te boren in het hout en functioneert ook uitstekend in plastic en nylon pluggen. 

 

 

In Nederland wordt tropisch hardhout zoals ‘Bankirai’ en ‘Azobé’, of Europees hardhout zoals eiken in veel tuinen gebruikt. Hardhout heeft doorgaans weinig onderhoud nodig en heeft een lange levensduur. Vanwege de duurzaamheid wordt hardhout vrijwel altijd buiten gebruikt. In een buiten atmosfeer adviseren wij voor een duurzaam resultaat om bevestigingsmiddelen te gebruiken met een goede corrosiebestendigheid. Voorheen was hiervoor het gebruik van roestvaststaal het advies. Echter is RVS van zichzelf een erg zacht materiaal. Om RVS schroeven te verwerken in (hard)hout moet je dus altijd eerst voorboren, anders breken de schroeven af tijdens het indraaien. 

De buitenschroeven met AR-coating van Dynaplus zijn gemaakt van gehard staal en zijn hierdoor maar liefst twee maal zo sterk als de RVS schroeven. Nooit meer schroeven die afbreken tijdens het indraaien. Door de speciale boorpunt aan de schroef is deze in de meeste gevallen zonder voorboren te verwerken in diverse soorten hardhout. Toch blijft voorboren vaak wel noodzakelijk om het mooiste resultaat te krijgen.  

Bij het maken van de juiste keuze voor het bevestigingsmateriaal in een bepaalde toepassing gaat het niet alleen om de zichtbaar rode roest (esthetisch). Het gaat ook om de duurzaamheid van de constructie op de lange termijn. Om tot een juiste keuze te komen spelen drie externe factoren een grote rol: 

  1. De omgeving - atmosfeer waarin de schroef verwerkt wordt;
  2. De toepassing - de constructie maar ook het materiaal of de houtsoort; 
  3. De verwerking - de montage/verwerking van de schroef.

Voor een duurzame verwerking van gecoate schroeven moet er extra gelet worden op het verwerken. Wanneer de schroef namelijk verkeerd toegepast wordt is er over de roestwerendheid van de coating in de praktijk niet veel meer te zeggen. Dit risico is bij RVS schroeven minder groot aangezien het door-en-door van hetzelfde roestwerende materiaal gemaakt is.  

Echter is de verwerking van RVS schroeven vaak lastig omdat deze schroeven niet na te harden zijn. Je moet eigenlijk altijd voorboren en dan nog is de kans op afbreken erg groot. De breekwaarde van onze gehard stalen Dynaplus schroeven is ongeveer twee maal zo hoog als die van RVS A2 of RVS A4 schroeven. Een uitzondering in RVS zijn schroeven van RVS 410. Deze bevatten geen nikkel en kunnen hierdoor (net als koolstofstalen schroeven) gehard worden. Echter, omdat er geen nikkel in zit is deze RVS soort veel minder corrosiebestendig dan RVS A2. 

Nikkel maakt de RVS schroeven dus roestbestendig, maar het maakt ze ook kostbaar. In vrijwel alle normale hout-op-hout buitentoepassingen in de Benelux zijn onze Dynaplus AR-coating schroeven dan ook een goedkoper, gebruiksvriendelijker en beter alternatief op RVS schroeven.

De schroef is een belangrijk verbindingselement in houtconstructies in de bouwindustrie. De spaanplaatschroef is de meest gebruikte schroef in de houtverwerkende industrie en vervangt ook de veelgebruikte 'houtschroef'. Het materiaal van de schroef is meestal gegalvaniseerd staal met over het algemeen een hoge sterkte.  

 

Ondanks de beschermlaag kunnen in sommige toepassingen toch corrosieproblemen ontstaan. Men gebruikt dan vaak liever de roestvast stalen schroef. Dit materiaal is echter zacht en meestal kostbaar. Een andere oplossing zijn stalen schroeven voorzien van een speciale roestwerende coating. Deze behouden hiermee dezelfde eigenschappen als de verzinkte stalen schroeven en zijn roestwerend door een coatinglaag. De eigenschappen van schroeven zijn door het uitvoeren van verschillende tests te beoordelen en met elkaar te vergelijken.  

Om de kwaliteit van een schroef te kunnen vaststellen zijn de volgende eigenschappen van belang:

  • Geometrie, type aandrijving, uitvoering boorpunt 
  • Gebruikte materiaal (samenstelling), nabehandeling en eventuele galvanisering/coating
  • Breukdraaimoment 
  • Indraaimoment 
  • Vloeimoment (taaiheid bij gebruik in houtconstructies) 
  • Interactie bij verschillende belastingen 
  • Kracht- tijd- gedrag bij indraaien (ergonomie; bedrijfseconomie) 
  • Duurzaamheid: corrosie
  • Splijtgedrag
  • Inschroeftijd van de schroef 
  • Aanvangstijd van de boorpunt