Als je ingelogd bent kun je meer informatie zien, waaronder prijzen.
Je kunt inloggen via de inlogknop bovenin de pagina.
Heb je nog geen account? Dan is deze aan te vragen via de Account aanvragen pagina
Als je ingelogd bent kun je meer informatie zien, waaronder prijzen.
Je kunt inloggen via de inlogknop bovenin de pagina.
Heb je nog geen account? Dan is deze aan te vragen via de Account aanvragen pagina
Een tapbout is een bout met zeskante kop, waarvan de metrische draad tot onder de kop doorloopt. De toepassing hiervan is het verbinden en bevestigen van onderdelen. Deze bout is verkrijgbaar in een 8.8 kwaliteit volgens DIN 933 en leverbaar in elektrolytisch verzinkte uitvoering, een thermisch verzinkte uitvoering en in Roestvaststaal kwailteit A2 en A4.
Draad (metrisch): | M12 | ||||||||||
Lengte: | 25 mm | ||||||||||
Draaduitvoering: | Metrisch | ||||||||||
Model kop: | Zeskantkop | ||||||||||
Aandrijvingstype: | Zeskant | ||||||||||
Aandrijvingsmaat: | 19 | ||||||||||
Kophoogte: | 7,5 mm | ||||||||||
Materiaal: | Staal | ||||||||||
Sterkteklasse: | 8.8 | ||||||||||
OppervlakteThermisch verzinkt | Kleur oppervlakte | Grijs | Uitvoering: | ISO | Gewicht per 100 stuks: | 3,41 kg | PLU-nummer: | 5476 | EAN/GTIN: | 8712811764980 | |
DIN Norm: | 933 |
ISO Norm: | 4017 |
Intrastat: | 73181588 |
Inhoud verpakking aantal: | 100 stuks |
Soort verpakking: | Doos |
Verpakking materiaal: | Karton |
Verpakking bruto gewicht: | 3410 g |
Algemeen
Het thermisch verzinken van bevestigingsartikelen gebeurt volgens het centrifugeproces met een hoge zinkbadtemperatuur. Het product wordt gedompeld in een bak met vloeibaar zink waarbij een groot blok zink is verwarmd tot ca. 400°C. Tijdens het dompelen wordt het product bedekt met een laag vloeibaar zink en meteen na het uittakelen stolt deze laag. De laag is minder glanzend en na een aantal dagen meestal zelfs matgrijs. De laagdikte wordt niet bepaald door de tijdsduur in het bad, maar door de dikte van het materiaal. Tijdens het centrifugeren wordt een laagdikte van 40 - 70 μm gevormd. De voordelen van verzinken bij deze temperaturen is de geringe viscositeit van het zink bij het centrifugeren en de silicium invloed die (vergaand) wordt geëlimineerd. Nadelen van thermisch verzinken zijn druppelvorming en vervorming van dun materiaal.
Toepassingsgebied
Divers. Geschikt voor gebruik in normaal buitenklimaat en dus niet direct in het kustgebied of in agressieve, chemische of zure atmosferen. Vanwege de lage maatvastheid is het minder geschikt voor kritische belastingen en kan het door de dikte van de laag niet gebruikt worden voor bevestigingsartikelen kleiner dan M5.
Corrosiewerendheid
Is afhankelijk van de aangebrachte laagdikte. Bij een laagdikte van 50 μm. is dit circa 500 uur in zoutsproeitest volgens ISO 9227.
Maximale toepassingstemperatuur
250 graden Celcius
Alternatieve namen
Volbad verzinken, hoge temperatuur verzinken, Hot-dip Galvanising, Feuerverzinken
Systeem voor aanduiding van sterkteklassen
De aanduiding voor sterkteklassen van bouten, schroeven en tapeinden bestaat uit twee getallen gescheiden door een punt, zoals 8.8 of 10.9. Het getal links van de punt bestaat uit één of twee cijfers en geeft 1/100 van de nominale treksterkte in Newton/mm² (Megapascal) weer. Het getal rechts van de punt geeft 10 keer de verhouding tussen de minimale vloeigrens, 0,2% rekgrens of de proefspanning bij 0,0048d ongelijkmatige verlenging en de nominale treksterkte. Deze waardes zijn vindbaar in de onderstaande tabel.
Voor producten met een beperkte belastbaarheid door de vorm van de kop en/of de steel dient voor de normale sterkteklasse aanduiding een 0 geplaatst te worden (voorbeeld: 08.8). Dit komt binnen ons leverprogramma van onze ‘standaard’ DIN genormeerde bevestigingsartikelen echter niet voor.
De gegevens in onderstaande tabel geven de mechanische eigenschappen voor bouten, schroeven en tapeinden weer bij een beproeving in een omgevingstemperatuur van 10° C tot 35° C volgens NEN-ISO 898/1. Deze eigenschappen veranderen bij hogere- of lagere temperaturen. Deze gegevens gelden voor schroeven met een nominale d 39 mm, voorzien van metrische schroefdraad en bestaande uit gelegeerd- of niet gelegeerd staal. De minimale treksterkten gelden alleen voor schroeven met een nominale lengte 2,5 d. De minimale hardheden gelden voor schroeven met een nominale lengte l 2,5 d en voor producten die niet volgens een trekproef beproefd kunnen worden.
1. Voor bouten en schroeven van de sterkteklasse 8.8 met een diameter kleiner dan 16 mm bestaat een verhoogd afschuifrisico van de moeren wanneer de schroefverbinding boven de proefspanning wordt aangedraaid. De norm DIN-ISO 898/2 dient hier als richtlijn.
2. Voor staalconstructiebouten ligt de grens bij M12.
3. De sterkteklasse 9.8 geldt alleen voor nominale diameter d kleiner dan 16 mm.
Deze gegevens gelden voor bouten en schroeven met sterkteklassen volgens NEN-ISO 898/1 waarbij beneden M3 geen nauwkeurige breuk- en beproevingskrachten bepaald kunnen worden of bij korte bouten en schroeven van M3 t/m M10 door de geringe lengte niet beproefd kunnen worden.
Deze gegevens gelden niet voor stelschroeven met binnenzeskant van DIN 913 t/m DIN 916 en niet voor oppervlakte geharde bouten en schroeven en verder voor bouten en schroeven met sterkteklassen 3.6, 6.8 en 9.8.
Minimum breukdraaimomenten volgens DIN-267/25
Nominale | Spoed | Sterkteklassen | ||||||
afmeting | mm | 4.6 | 4.8 | 5.6 | 5.8 | 8.8 | 10.9 | 12.9 |
M3 | 0,5 | 0,92 | 0,96 | 1,1 | 1,1 | 1,5 | 1,9 | 2,1 |
M4 | 0,7 | 2,1 | 2,2 | 2,5 | 2,6 | 3,6 | 4,4 | 4,9 |
M5 | 0,8 | 4,5 | 4,7 | 5,5 | 5,6 | 7,6 | 9,3 | 10 |
M6 | 1 | 7,6 | 7,9 | 9,1 | 94 | 13 | 16 | 17 |
M7 | 1 | 14 | 14 | 16 | 17 | 23 | 28 | 31 |
M8 | 1,25 | 19 | 20 | 23 | 24 | 33 | 40 | 44 |
M10 | 1,5 | 39 | 41 | 47 | 49 | 66 | 81 | 90 |
*) De minimum breukdraaimomenten gelden voor bouten en schroeven met schroefdraadtoleranties 6g, 6f of 6e.
De mechanische eigenschappen van austenitisch roestvrijstaal worden verhoogd door in koudvorming het materiaal te verstevigen. Het materiaal is in tegenstelling tot de veredelingsstaal soorten, bijvoorbeeld voor sterkteklassen van staal 8.8 en 10.9, thermisch niet houdbaar en kan dus niet door middel van warmtebehandelingen versterkt worden.
De materiaalkwaliteiten A1, A2 en A4 zijn in 3 sterkteklassen ingedeeld, namelijk: 50, 70 en 80. Het getal van de sterkte is gelijk aan 1/10 deel van de treksterkte in N/mm2.
Bijvoorbeeld: klasse 70 heeft een minimale treksterkte van: 70 x 10 = 700 N/mm
| Minimum breukdraaimomenten in Nm. | ||
Nominale afmeting | Sterkteklasse 50 | Sterkteklasse 70 | Sterkteklasse 80 |
M-1,6 | 0,15 | 0,2 | 0,24 |
M-2 | 0,3 | 0,4 | 0,48 |
M-2,5 | 0,6 | 0,9 | 0,96 |
M-3 | 1,1 | 1,6 | 1,76 |
M-4 | 2,7 | 3,8 | 4,32 |
M-5 | 5,5 | 7,8 | 8,8 |
Gegevens zijn verkregen door raadpleging van NEN – ISO 3506
0,2% rekgrens bij hogere temperaturen in % van de waarden bij kamertemperatuur roestvrijstaalgroep
RVS groep | + 100 °C | + 200 °C | + 300 °C | + 400 °C |
A2 en A4 ** | 85% | 80% * | 75% * | 70% * |
*) Deze waarden gelden alleen voor de sterkteklasse 70. Voor de klasse 50 geldt DIN 17440.
**) Uit de austenitische staalgroep wordt de kwaliteit A1 normaal gesproken niet toegepast.
Nagenoeg alle maten, vormen, plaatstoleranties en eigenschappen van standaard bevestigingsmaterialen zijn vastgelegd in het ISO stelsel. Een groot deel van deze normen is gebaseerd op (en vaak letterlijk overgenomen uit) het Duitse DIN stelsel.
Het normeringstelsel is als volgt opgebouwd:
– Product standaarden (bijvoorbeeld: DIN 931 / ISO 4014 – DIN 934 / ISO 4032): Informatie over de vorm van het product, tolerantieklassen en maatvoering. Alle productstandaarden bevatten referentielijsten naar toegepaste ‘basisstandaarden.
– Basis standaarden (bijv. DIN 13, DIN 267, ISO 898, ISO 4759, ISO 3269).
Deze standaarden geven algemene maatvoeringen en toleranties aan (DIN 13: schroefdraad) op het gebied van oppervlaktebehandelingen, mechanische eigenschappen etc. Normen omvatten alleen algemene standaarden voor ‘normaal gebruik van mechanische bevestigingsmaterialen' (als vastgelegd in ISO 3269 / 8992). Indien hogere voorwaarden gesteld worden aan bevestigingsmaterialen, dan dient dit altijd vooraf tussen gebruiker en leverancier afgestemd te worden.